De omgeving van Rursee is echt super mooi. Het is net een paradijs. Natuurlijk het super mooie stuwmeer, en het mooie natuur. De bomen en planten die je daar kan vinden zijn ook prachtig. Het is er heel rustgevend. Je moet er echt gaan wandelen of fietsen omdat:
- Het er gewoon super mooi is. En het is ook nog is de grootste stuwdam van Duitsland. Het is er gewoon prachtig!
- Er zijn ook heerlijke restaurantjes in de buurt dus als je de hele middag hebt gewandeld of gefietst kan je daarna een lekker hapje eten en een drankje doen.
- Je kan er ook super mooie foto's maken. Zo kan je altijd je herinneringen bij je houden.
- Er zijn veel wandel- en fietspaatjes dus maak je maar geen zorgen om een slecht pad met allemaal rotsen of modder.
loofbomen en naaldbomen:
In Rursee zijn veel verschillende bomen. De meest voorkomende bomen die daar staan zijn de loofbomen en de naaldbomen. De loofboom behoort tot de bedektzadigen. De loofbomen verliezen in de herfst hun bladeren, en in de winter zijn ze meestal helemaal kaal. In warme gebieden blijven de bomen meestal groen, ze verliezen alleen hun bladeren in de droge tijd. Door het verlies van de bladeren wordt de verdamping sterk beperkt, wat vooral belangrijk is als de bodem bevroren of droog is en de boom daardoor beperkt of helemaal geen water kan opnemen.
De naaldboom behoort tot de naaktzadigen. Bij naaldbomen zullen er nooit echte vruchten groeien. Ze worden naaldbomen genoemd door hun naaldvormige bladeren. De meesten naaldbomen verliezen in de winter niet hun naalden. Dat geldt niet voor alle naaldbomen want er zijn ruim zeshonderd soorten. De verschillen tussen de naald- en loofbomen:
- De loofboom behoort tot bedektzadige en de naaldboom behoort tot de naaktzadigen.
- De loofboom verliest in de herfst zijn bladeren en de meeste naaldbomen niet.
- De loofboom is in de winter kaal en de naaldboom niet.
- Er zijn veel meer verschillende soorten naaldbomen dan loofbomen.
Alg groei loofbomen:
Epifyten zijn ook wel planten die op andere planten leven, of ze leven op afgestorven planten. Ze halen geen andere voedingstoffen of water uit die planten. Epifyten worden steeds zeldzamer door de toenemende luchtverontreiniging. Zij bestaan onder andere uit algen, korstmossen en blad- en levermossen. Het kan ontstaan door de structuur, de chemische samenstelling van de boomschors, de hellingshoek van de bomen, klimatologische factoren, zoals bijvoorbeeld de luchtvochtigheid en de temperatuur en ook de expositie op de bomen, de richting (noord/oost/zuid/west). Loofbomen zijn in het algemeen rijker aan epifyten dan naaldbomen. De groenige aanslag op de loofboom wordt vaak veroorzaakt door Pleurocuccus. Zo heet de naam van de alg. Het zit vaak niet op heel de boom of plant. Vaak maar op één zijde van de boom. Dat komt door a-biotische factoren. Bijvoorbeeld factoren met betrekking tot klimaat, bodem en water. Ze zitten vooral op vochtige plekken en plekken waar veel schaduw is. Als de plant of boom open in de wind staat en er veel licht op schijnt, zijn dat geen ideale omstandigheden voor de algen. Ze zijn een geschikte schuilplaats en broedplaats voor ziektekiemen zoals schurft en allerlei anderen. insecten en schimmels. Algen groeien niet alleen op loofbomen, maar ook op andere planten.